Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zelfs [20]naar den eis van elken dag, offerende, naar het gebod van Mozes, op de sabbatten, en op de nieuwe maanden, en op de gezette hoogtijden, drie malen in het jaar; op het feest van de ongezuurde [broden], en op het feest der weken, en op het feest der loofhutten. 20. Dat is, in de offeranden, die naar de wet op zekere dagen gedaan moesten worden, elken dag derzelve onderhoudende. Hebreeuws, in het woord, of, de zaak, des daags op den dag, of, op zijn dag; gelijk in vs.14. Vergelijk Ex.5:13; 1 Kon.10:25. De zin is dat hij de gezette dagen, in welke zekere offeranden geofferd moesten worden, naarstiglijk waargenomen en onderhouden heeft.